Dit is dan het enige en onvervalste krulbol reglement wat opgesteld is in 1964 door Dhr. M.A. Aalbregts ik heb dit geplaatst omdat een ruim 40 jarige traditie verloren is gegaan door de nieuwe regelgeving die de clubs onderling hebben afgesproken omdat het bestaan van dit reglement niet bekend is! zoals je kunt zien zijn er een aantal regels in de huidige keizerbolling en Nederlandse clubkampioenschappen niet meer van kracht! Alleen met deze regels is een Keizerbolling en Nederlands kampioenschap tot leven gebracht De eerste kampioenschappen zijn gehouden op Krulbolbaan “de Tol” het “Grote Gat” Bij de kreek het Grote Gat in Oostburg. Door het verdwijnen van deze vroegere clubs zijn de regels overgedragen aan Krulbolclub “Raak tegen Staak” die deze traditie weer heeft opgepakt en voortgezet. Dit reglement is in 1964 opgesteld tussen de krulbolclubs van Oostburg (Nederland) en Ertvelde (België) door de Heer M.A. Aalbregtse Volderstraat 7 te Oostburg Dit reglement is boven water gekomen op een zolder tijdens een verhuizing en ik ben bijzonder dankbaar dit te kunnen plaatsen omdat Krulbolclub “de Tol” en de Heer Aalbregtse de originele in hun bezit hadden.
Zeeuws Vlaams Reglement 1964
Geschiedenis uit het ‘Zeeuws Vlaamse’
gevonden in het boek
“HET BOLSPEL IN VLAANDEREN VROEGER EN NU”
Renaat van der Linden: Citaat: De Krulbol in Nederland
Degene die zich inbeeldt, dat de krulbol beperkt blijft tot Oost- en West Vlaanderen, slaat de bal deerlijk mis. Begeef u even naar Zeeuws-Vlaanderen en meer bepaald in Oostburg en ontdek, hetgeen de heer M.A. Aalbreghtse voorzitter van de vereniging voor Vreemdelingenverkeer, heeft georganiseerd en verwezenlijkt.Men beoefent er het spel op een open baan bij het ‘Grote Gat’ en een maatschappij nodigt u uit op een overdekte baan aan het café ‘De Prins‘ en aan ‘De Tol‘ of ‘Barrière‘ . De baan is omtrent negen tot twaalf meter lang en vijf meter breed; de afmetingen zijn dus enigszins groter dan bij ons. De houten schutting aan elk uiteinde heet “de dender”, zoals b.v. in Eeklo; de houten pen op ongeveer een meter van de dender betitelt men als ‘stekke’ of ‘staoke’. Daar treft men eveneens een voetpunt of beginpunt aan, hetgeen wij voetstand noemen. Het aantal deelnemers is willekeurig; de man die eerst opgaat heet “voorman” en regelt voor een ruim deel het verloop van het spel. De uitdrukkingen “schieten” en kotje bollen”of “nauw bollen”weerklinken er besendig. De bolling om het koningschap verloopt in zeven keren. Degene die in zulke reeks de meeste punten behaalt, is de koning en draagt het erelint om de schouders bij bijzondere gelegenheden. Bij de aanstelling wordt de nieuwe titelvoerder op plechtige wijze gekroond en de oude “onttroond”. De heer Aalbregtse heeft een brochure van acht bladzijden verspreid, langs de V.V.V. om, waarin het krulbolspel uitvoerig wordt behandeld. De meeste gegevens voor het spel in Nederland stammen overigens van zijn hand, waarvoor wij hem nogmaals onze diepdoorvoelde erkentelijkheid betuigen. De toeristen kunnen deze brochure gratis verkrijgen, of lieden die inlichtingen over Oostburg vragen. Officiele instanties hebben de inspanningen van de heer Aalbregtse volmondig erkend en geprezen. Het Nederlands Volkskundig Genootschap gaf in zijn tijdschrift “Neerlands Volksleven”toe, dat de leden van tijd tot tijd voor verrassingen staan, alhoewel ze menen behoorlijk ingelicht te zijn over wat aan levend volksleven nog aanwezig is. De voorzitter van de V.V.V. te Oostburg had voor een van die verrassingen gezorgd door zijn brochure en zijn aktiviteit. Acht lokaliteiten in Zeeuws-Vlaanderen bieden u de gelegenheid er uw vaardigheid te bewijzen.
Aardenburg – de klub ‘De ware Vrienden‘ is gevestigd bij E.B. Verhulst, Beekmanstraat 1. De baan is niet overdekt. Vroeger trof men er een twintigtal terreinen aan, vier bij het café ‘Steenwijk‘op de weg naar Sint-Kruis, drie bij de herberg ‘Het Groene woud‘ aan dezelfde weg en twee bij ‘Loemadjang‘. De uitbater was militair geweest in het voormalig Nederlands Indië en had zijn zaak natuurlijk een Indische naam geschonken. Andere banen trof men bij de herbergen ‘Het wapen van Aardenburg‘, ‘Het hof van Holland‘, enz. Op het raadhuis bewaart men zorgvuldig de vlag van een zeer oude bolders vereniging.
Ede – gemeente Aardeburg; de maatschappij heeft een naam gekozen die duidelijk past: ‘De Grensbolders‘en speelt in het café van de Gebroeders de Geeter ‘De Eenhoorn‘. De gebroeders zijn vanzelfsprekend deskundigen en zo valt het licht te begrijpen, dat een van hen tijdens de eerste nationale wedstrijd te Oostburg als leider optrad.
Hoofdplaat – gewoonlijk vinden onze bolders hun spel en vermaak in en rond een klassieke herberg; hier ligt de baan naast het hotel ‘Het wapen van Zeeland‘, zodat we de heer R.Versaevel, dorpstraat 2 gemakkelijk logement kunnen vinden.
Oostburg – is de burcht van de krulbolspelers voor Nederland in nationaal en interenationaal opzicht. De klub ‘De Prins‘ leeft in het gelijknamige café bij J. de Wilde, Nieuwstraat 58, in de buurt van de z.g. Barrière of Oude Tol. De klub dateert pas van na de tweede wereldoorlog; men beoefent er het spel van ouds. Het is een overdekte baan. Een tweede maar niet overdekte baan ligt nabij het natuurreservaat ‘Het Grote Gat‘naast het café ‘Du Commerce‘ van M. van den Broecke. Na de eerste wedstrijd tegen de ploegen van Vlaanderen kwam de klub ‘Het Grote Gat’ er tot stand. De heer Aalbregtse gaf de stoot tot deze oprichting en stelde de regelementen samen. Voor de internationale wedstrijden en het Nederlands kampioenschap heeft men hier een tweede open baan aangelegd. De drie terreinen zijn niet ver van elkaar verwijderd, zijn degelijke zandbanen en uitstekend geschikt voor het spelen van belangrijke toernooien. Vroeger bevonden zich ook banen bij de herbergen ‘De Tol‘, ‘De Hoekzak‘,’De Wind‘, enz. Tot 1914 waren er in Oostburg ongeveer 15 banen.
Sas-van-Gent – de hoofdplaats van Oost-Vlaanderen weerklinkt hier boven de grens en telt twee pleinen: een bij het café van G.Wouters in de Zandstraat; daar treedt de maatschappij ‘Ons Genoegen‘ op; het is een waar genoegen de leden aan de slag te zien en te horen; een tweede baan ligt bij herberg van P.Kalsvel, op het stationsplein.
Sint-Kruis – gemeente Aardenburg; een open baan bij het café van A.Hermie, Dorpstraat 24. De maatschappij ‘Onder Ons‘ is daar gevestigd en zal u graag bij haar leden opnemen.
Waterlandkerkje – Hier is geen sprake van een maatschappij en komen er geen koningen na en hardnekkige, maar prettige kamp. De koningen komen er nochtans voor in het uithangbord ‘In den Koning’ van B.Schanssema, Molenstraat 56.
Westdorpe – We zitten in hetzelfde vaarwater als hierboven; we treffen geen klub aan, maar een prachtige baan bij de herberg van A.Meggelink.
Tot voor zeer korte tijd bolde men nog in Schoondijke, IJzendijke, Breskens, Zuidzande, Sluis, Retranchement, Kadzand, Nieuwvliet, Groede, Biervliet, enz.Op initiatief van de immer daadvaardige heer Aalbregtse gingen verschillende klubs van Zeeuws-Vlaanderen over tot het houden van ‘koningsbollingen’. Dit geschiedde reeds in Sint-Kruis, te Oostburg onder auspiciën van de vereniging ‘Het Grote Gat‘. Wellicht groeit daar thans een keizerbolling uit, te houden onder de koningen van de verschillende klubs. De maatschappij ‘Het Grote Gat‘ schonk aan de kranige voorzitter van de V.V.V. een mooie kleine bol, waarop een plaatje met de woorden”: ‘Uit waardering voor de boltournooien’ is gehecht. André Trenson, Moerweg te Adegem, draaide het sierlijk bolletje; hij levert overigens de meeste bollen in Zeeuws-Vlaanderen.
Dit was dan een stukje geschiedenis wat letterlijk is overgenomen uit het boek
‘Het Bolspel in Vlaanderen vroeger en nu‘ uit 1966.
Bekroond door de provincie Oost-Vlaanderen en uitgegeven met de steun van de universitaire stichting van België.